Bediening van je 6-wegkraan
Je zandfilter- en pompsysteem heeft een zeswegkraan met verschillende standen. Die hebben allemaal een specifieke functie. Let op: verzet de stand van de kraan nooit terwijl de pomp werkt.
Stand 1: Filteren (filtration)
Dit is 99% van het werk van je zandfilter, namelijk het filteren van het zwembadwater. Het water stroomt vanuit het zwembad door de filter en loopt gereinigd weer terug naar het zwembad.
Hoe lang moet je filteren?
Dat hangt af van de watertemperatuur van het zwembad en de gebruikte ontsmetting. Hoe warmer het water, hoe meer je moet filteren om algenvorming te voorkomen. Zo bereken je je minimale filtertijd: temperatuur van het zwembad gedeeld door 2 + 2 uur. Bij een zomerse temperatuur van 28°C moet je dus minimaal 16 uur filteren. Die filtertijd verdeel je best over 24 uur met korte tussentijden. Tijdens de winterperiode en actieve overwintering neem je best geen risico en laat je je filter 24 uur per dag werken, zeker als er permanente vorst verwacht wordt.
Stand 2: Keerspoelen (backwash)
Als het vuil zich na een tijdje heeft opgestapeld in de filter, dan moet de filter uitgespoeld worden. Het water stroomt dan vanuit het zwembad door de filter van onder naar boven en neemt alle vuil in de filter mee naar de riolering. Een korte onderhoudsbeurt dus, waarmee je het filteren meteen verbetert. In deze stand wordt het filterzand twee tot drie minuten gereinigd.
Een backwash voer je best wekelijks uit. De spoeltijd zal afhangen van de vervuilingsgraad van de filter en zal duren zolang er vervuild water door het kijkglas van de zeswegkraan stroomt. Controleer of er eventueel een extra kraan op deze leiding staat. Zet de kraan open voor de backwash. Hou er rekening mee dat het waterniveau zal dalen.
Stand 3: Naspoelen (rinse)
Het water stroomt van het zwembad door de filter van boven naar onder en neemt het laatste vuil van de filter mee naar de riolering. Dit duurt ongeveer 30 seconden tot een volle minuut. Controleer of er eventueel een extra kraan op deze leiding staat. Zet de kraan open voor het naspoelen.
Stand 4: Leegmaken (waste)
Het water stroomt vanuit het zwembad rechtstreeks naar de riolering. De filter wordt overgeslagen. In deze stand laat je het zwembad leeglopen, in zoverre een bodemput is ingebouwd.
Stand 5: Circulatie (circulation)
Hiermee sla je de filter over en laat je het water vanuit het zwembad door de zeswegkraan rechtstreeks terug naar het zwembad lopen. Er wordt dus niet gefilterd.
Stand 6: Gesloten (closed)
Hiermee sluit je de zeswegkraan af, bijvoorbeeld voor reparaties of onderhoud.