Verwarmen met een warmtepomp
Een warmtepomp is een ideale manier om je zwembad op een energiezuinige en duurzame manier te verwarmen. Hieronder geven we enkele tips om je warmtepomp op te starten en te onderhouden.
Je warmtepomp opstarten
Draai alle kranen van de “Bypass” open als je de installatie opstart.
- Kraan 1 (bypass kraan) wordt geregeld tot een stijging van 200 °C op de manometer van de filterinstallatie. ± HALF OPEN
- Kraan 2 (kraan aan de ingang van de warmtepomp) blijft steeds 100% OPEN
- Kraan 3 kraan komende van de warmtepomp moet HALF OPEN
Met deze instelling zal je warmtepomp optimaal werken en kan je je zwembad verwarmen met weinig energieverbruik. Deze opstelling is aan te raden wanneer de warmtepomp minder dan 10 meter van de installatie staat. Het verschil tussen inkomend en uitgaand water zou 2 à 3 °C moeten bedragen. Enkel bij koudere of warmere buitentemperaturen is het mogelijk dat je de stand van kraan 3 moet aanpassen voor een goede werking van de warmtepomp. Wanneer de warmtepomp verder is dan 10 meter stellen wij voor om kraan 1 volledig dicht te plaatsen en kraan 2 en 3 volledig open.
Om zo efficiënt en ecologisch mogelijk de gewenste temperatuur te bereiken raden we aan om 24/24u te filteren. Eenmaal bereikt mag u overschakelen op filtertijden.
Maak je warmtepomp klaar voor de winter
Het water dat tijdens het zwemseizoen in de warmtepomp circuleert moet je laten leeglopen voor de winter. Zo kan het water niet bevriezen. Laat je zeker adviseren door je zwembadtechnicus. Of nog beter: laat je toestel winterklaar maken door de technici van Poolservice!
- Zet de by-pass kraan op open (met de leiding mee)
- Sluit de beide kleppen ‘ingang’ en ‘uitgang’. (kraan 2 & kraan 3)
- Laat al het water weglopen. Laat de pomp lichtjes overhellen zodat je zeker bent dat er onderaan geen water blijft staan.
- Draai de beide aansluitingen lichtjes aan, zodat er geen vreemde voorwerpen en/of ongedierte in kunnen geraken.
- De achterkant (radiator) van de warmtepomp moet vrij zijn van vuil. Reinig je warmtepomp met Grielzeep en spoel (verticaal) af met een tuinslang.
- Bedek de pomp eventueel met een daarvoor geschikte winterhoes.
Je warmtepomp zelf onderhouden
Warmtepompen zijn ontworpen voor een lange levensduur. Maar dan moet je ze wel goed installeren en onder normale omstandigheden gebruiken. Voor een optimale, zuinige werking geven we je enkele tips om de warmtepomp optimaal te laten functioneren.
Wat te doen voor een onderhoud:
- Hou het omliggende gebied van de warmtepomp vrij van planten, struiken of vuil.
- De achterkant (radiator) van de warmtepomp moet vrij zijn van vuil. Gebruik een warmtepompreiniger zoals Grielzeep om de warmtepomp te reinigen en spoel af met de tuinslang.
- Controleer steeds de manometer aan die zichtbaar is aan de buitenzijde van het toestel. Wanneer de warmtepomp niet werkende is dient de wijzer op de ongevere buitentemperatuur te staan. Geeft deze nul aan dient er koelgas toegevoegd worden – contacteer hiervoor een koeltechnieker.
- Gebruik de warmtepomp niet wanneer er onderdelen onder water zijn geweest. Bel onmiddellijk een gekwalificeerde technicus om de warmtepomp te laten inspecteren en elk onderdeel van het bedieningssysteem dat onder water is geweest te laten vervangen.
Condens laten afvoeren
Als de warmtepomp draait, dan produceert het toestel condens (water). Onderaan de warmtepomp kan de condens weglopen via een afvoer. Als de luchtvochtigheid buiten hoog is, zal de hoeveelheid condens toenemen. Daarom is het aangewezen om regelmatig te controleren of het condenswater nog naar behoren wordt afgevoerd.
- Controleer de onderste afvoer op vuil dat de afvoer kan doen verstoppen.
- Hou het gebied rond de luchttoevoer en luchtuitlaat vrij van vuil, zodat de luchtstroom door de warmtepomp niet wordt beperkt. De koelere afvoerlucht mag niet ophopen en opnieuw de luchtingangen aan de zijkanten worden ingezogen.
- Tijdens normaal gebruik produceert de warmtepomp 5 tot 10 liter condens per uur. Wanneer er tijdens het gebruik van de warmtepomp meer condens wordt afgevoerd, of wanneer water uit de onderkant van de waterpomp blijft lopen wanneer die uit staat, dan is er mogelijk een lek in de interne leidingen. Neem contact op men een gekwalificeerde koeltechnieker om het probleem te laten onderzoeken.
Een snelle manier om na te gaan of het afvoerwater condens is, is de warmtepomp uitschakelen en de zwembadpomp aan laten staan. Loopt er geen water meer via de bodemplaat weg, dan was het condens. Nog sneller is om het water op chloor te testen. Zit er geen chloor in, dan is het condens.
Met deze tips en tricks geniet u volop van warm zwembadwater met een minimum aan inspanning.
Condens laten afvoeren
Als de warmtepomp draait, dan produceert het toestel condens (water). Onderaan de warmtepomp kan de condens weglopen via een afvoer. Als de luchtvochtigheid buiten hoog is, zal de hoeveelheid condens toenemen. Daarom is het aangewezen om regelmatig te controleren of het condenswater nog naar behoren wordt afgevoerd.
- Controleer de onderste afvoer op vuil dat de afvoer kan doen verstoppen.
- Hou het gebied rond de luchttoevoer en luchtuitlaat vrij van vuil, zodat de luchtstroom door de warmtepomp niet wordt beperkt. De koelere afvoerlucht mag niet ophopen en opnieuw de luchtingangen aan de zijkanten worden ingezogen.
- Tijdens normaal gebruik produceert de warmtepomp 5 tot 10 liter condens per uur. Wanneer er tijdens het gebruik van de warmtepomp meer condens wordt afgevoerd, of wanneer water uit de onderkant van de waterpomp blijft lopen wanneer die uit staat, dan is er mogelijk een lek in de interne leidingen. Neem contact op men een gekwalificeerde koeltechnieker om het probleem te laten onderzoeken.
Een snelle manier om na te gaan of het afvoerwater condens is, is de warmtepomp uitschakelen en de zwembadpomp aan laten staan. Loopt er geen water meer via de bodemplaat weg, dan was het condens. Nog sneller is om het water op chloor te testen. Zit er geen chloor in, dan is het condens.
Met deze tips en tricks geniet u volop van warm zwembadwater met een minimum aan inspanning.