Stappen voor het kalibreren van de sensor
Tijdens het kalibreren worden verschillende pH-waarden gebruikt om te controleren of de sensor correct functioneert op meerdere punten. De sensor geeft zelf aan welke pH-waarde gebruikt moet worden voor de kalibratie. Dit kan bijvoorbeeld pH 4.01, pH 7 of pH 10.01 zijn. Het kalibratieproces is voor alle waarden hetzelfde.
- Neem de pH 4.01 kalibratievloeistof.
- Plaats de pH-sensor in het flesje met pH 4.01 kalibratievloeistof.
- Roer de sensor zachtjes door de vloeistof en wacht 30 seconden.
- De pH-waarde verschijnt nu op het display van het doseerapparaat.
- Als de sensor de waarde 4.01 correct weergeeft, bevestig deze dan op het doseerapparaat.
- Als de waarde afwijkt, pas dan de instellingen aan op het doseerapparaat.
- Spoel de sensor af met schoon of gedemineraliseerd water en gooi de gebruikte kalibratievloeistof weg.